Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [17]U groet [18]Aristarchus, mijn medegevangene; en [19]Markus, [20]de neef van Barnabas, aangaande welken gij bevelen ontvangen hebt; zo hij tot u komt, [21]ontvangt hem; 17. Groeten is eigenlijk iemand vrede, geluk en zaligheid toewensen. Zie Luk.10:5. 18. Deze is een vermaard discipel geweest, geboren uit Macedonie, een gedurig metgezel van Paulus, die hem ook tot Rome toe in zijne banden was gevolgd. Zie Hand.19:29, en Hand.20:4, en Hand.27:2. 19. Die ook Johannes genoemd wordt, wiens moeder Maria een zeer godzalige vrouw was, in wier huis de vergaderingen der apostelen en der andere gelovigen veeltijds gehouden werden, Hand.12:12, die wel met Barnabas van Paulus is gescheiden, Hand.15:38; maar evenwel in den dienst des Evangelies volstandig gebleven, en weder tot Paulus is gekeerd, gelijk hier blijkt vs.10 en 2 Tim.4:11, hoewel hij daarna zich bij Petrus heeft begeven, 1 Petr.5:13, in wiens gezelschap hij zijn Evangelie heeft geschreven, gelijk enige oude leraars getuigen. 20. Dat is, broeders of zusterszoon. 21. Namelijk met alle eer en vriendelijkheid, hetwelk Paulus daarbij doet om hem zijn aanzien bij deze gemeente te vermeerderen.